Piet Augustijn – Daniela Presta


Vorige pagina  Inhoudopgave Volgende pagina


De tentoonstelling van Daniela Presta (1975) in 2001 was voor mij aanleiding voor een lovende recensie in het Brabants Dagblad (27 juni 2001). Het werk van Presta was sinds kort in de collectie van Jan Verhoeven opgenomen, maar de indrukken die dat werk hebben achtergelaten zitten nog steeds op mijn netvlies. Daniela werkt in een gemengde techniek waarin ze verf (olieverf, acryl, pastel) combineert met op doek gemonteerde textiel fragmenten gedrukte en geschreven tekst, foto’s, (delen) van enveloppen met postzegels, stukken metaal en andere. Ze gebruikt daarbij verzadigde en onverzadigde kleuren (donkerroden en blauwen, heldere gelen), amorfe en strakke vormen, geruwde en gladde oppervlakken en licht en donker als contrasten tegenover en naast elkaar. Het contrast is zelfs haar favoriete werktuig en het onvervangbare instrument om spanning te genereren. Kortom een verschijningsvorm waarin de gebruikte materialen zorgdragen voor gelaagdheid en tactiele indrukken.

De uiterlijke verschijningsvorm alleen is niet voldoende om kunst te waarderen. Bij vorm hoort inhoud, sterker nog inhoud bepaalt de vorm. Daniela creëert in haar schilderijen haar eigen wereld, die zowel oneindig en open als beperkt en besloten kan zijn. Een wereld waarin haar (culturele, politieke, sociale) levenservaringen, haar Argentijnse wortels en de daarbij behorende emoties – waarin muziek een belangrijke rol speelt – worden samengebald in met verf en andere materialen begrensde oppervlakken. Ze plaatst zichzelf in het centrum van zo’n zelf gecreëerde wereld en gunt de kijker een blik daarin. Zonder zich helemaal bloot te geven, want de gemonteerde (oude) foto’s zijn ietwat onscherp of gedeeltelijk met verf bedekt, zodat té sterk persoonlijke zaken verborgen blijven en ze de interpretatie van de geschilderde voorstelling aan de kijker overlaat. ‘Het schilderij moet ademen, werken als een mysterie’, zei ze destijds daarover. ‘Zoals ik me bezighoud met de aangename details van het doek, houd ik me ook bezig met zoeken in de bijzonderheden van mijn geschiedenis of beter gezegd in de bijzonderheden van de liefde in me.’

De werken in gemengde techniek van Daniela Presta combineren verworvenheden van het abstract expressionisme met die van de popart en het materieschilderen. Het zijn visuele samenballingen van ervaringen, dromen en overpeinzingen. Autobiografische beelden, waarin ze probeert het waarnemingsveld te verbreden tot voorbij het puur visuele: er zit meer achter die gelaagdheden dan je ziet. Om het werk helemaal te doorgronden moet je de motivaties en beslissingsmomenten van de kunstenaar, maar ook de inhoud van de losse artefacten kennen. Maar nodig is dat niet, want de verschijningsvorm in samenhang met de gekozen materialen en de titels van de werken geven voldoende aanknopingspunten voor een eigen interpretatie. Het zien van ieder werk, of dat nu Tren 240 (Trein 240, 2000), El Viaje (De reis, 1999), Carta no.1 (Kaart, 2003) of Hecho en Holanda (Afspraak in Nederland, 2003) is, is als het reizen in je eigen fantasie, door je eigen geest: je komt steeds meer tegen, soms is er herkenning, soms verwarring, soms begrip, soms onbekendheid, maar iedere keer weer is er die verrassing van de ontdekking.

Piet Augustijn, conservator hedendaagse kunst Gorcums Museum in Gorinchem, tentoonstellingsorganisator, publicist van o.a. kunstrecensies in regionale kranten en redacteur van tijdschriften op gebied van glas, keramiek en ruimtelijke kunst.


 Vorige pagina  Inhoudopgave Volgende pagina


Comments are closed.