Vorige pagina Inhoudopgave Volgende pagina
Is wat ik zie inderdaad wat ik zie? Is één plus één wel twee?
Als wij er van overtuigd zijn dat de wereld is zoals wij hem zien, staat de ontwikkeling stil. Vooruitgang ontstaat door twijfel, door zich problemen te stellen, door steeds weer alles op losse schroeven te zetten.
Willen wetenschappers en kunstenaars een interessante bijdrage op hun vakgebied leveren, dan zullen zij zich van bovenstaande probleemstelling bewust zijn en niet de gebaande paden belopen maar een eigen visie laten zien.
Hun loopbaan is een blijvende zoektocht.
Om in het werk tot resultaat te komen is het volgende van belang:
Gedrevenheid
Kennis
Structuur,
Creatief denkvermogen.
Gedrevenheid komt voort uit emotionele betrokkenheid. Gedrevenheid vormt de motor van kunst en wetenschap. De wil om koste wat kost een visie uit te diepen en vorm te geven. Zonder betrokkenheid zal men nooit de drive kunnen vinden om overtuigend werk te maken dat nieuwe gezichtspunten oproept.
Kennis is het gereedschap. Voor de wetenschapper is het noodzakelijk kennis te nemen van publicaties binnen het gebied waarop hij bezig is, daar zijn visie aan te toetsen en te scherpen. Voor de kunstenaar betekent dit materiaalkennis maar ook materiaalonderzoek. Hij zal middelen trachten te vinden die de zeggingskracht van zijn werk optimaliseren. Daarnaast is het van belang zich op de hoogte te stellen van het werk van collega’s en hun zicht daar op.
Structuur is ordening. Zowel wetenschappers als kunstenaars houden zich bezig met ordening. De wetenschapper moet een werkplan maken, alle gegevens die hij verzamelt structureren en in de juiste context plaatsen. Ook de kunstenaar moet een plan maken om tot resultaat te komen. Hij zal zich o.a. bezig houden met compositie, materiaal- en kleurgebruik.
Creatief denkvermogen is zowel voor kunstenaars als wetenschappers een onmisbaar element.
Het creatief denkvermogen zorgt er voor dat het mogelijk is buiten de gebaande paden te denken en zo tot nieuwe inzichten te komen.
Kennis en structuur zijn zonder creatieve geest dode elementen. Gedrevenheid prikkelt het creatieve denkvermogen, echter, gedrevenheid zal zonder creativiteit tot niets leiden. Altijd blijft de zoektocht naar het antwoord op de vraag Is wat ik zie inderdaad wat ik zie, is één plus één wel twee?
Abstracte kunst geeft mij grote ruimte en vrijheid in denken, zonder dat er van vrijblijvendheid sprake is.
Als voorbeeld het volgende. In de Yellow Fellow collectie bevindt zich het schilderij PR# 1 of 55, van de Grieks-Amerikaanse schilder Nassos Daphnis. Vanaf de eerste keer dat ik het zag voel ik er een grote verwantschap mee. Het schilderij gaat over ruimte.
Op het doek stuit mijn oog in eerste instantie op een aantal blauwe vlakken. Mijn kijken wordt als het ware door het blauw gestopt en pas als ik stil sta bij die vlakken mag ik verder. Dan neem ik waar hoe een tweede plan, in rode horizontalen en verticalen, zich opent. Het rood zoekt binding met het blauw, maar contrasteert sterk met het wit van de achtergrond die daardoor lijkt te wijken. Vervolgens doemen, achter het blauw en het rood, gele rechthoeken op die het rood en wit trachten te binden. Daarna ervaar ik de grote ruimtelijkheid van het schilderij. De horizontale en verticale blauwe vlakken komen los van de achtergrond en lijken zich ten opzichte van elkaar te bewegen voor een rood raster waarachter gele horizontale en verticale vlakken zich terug trekken in de ruimte.
Hier weet de kunstenaar met zuiver concrete middelen, dus puur met vlak en lijn, het concrete te overstijgen en het gevoel van de kijker te raken. Het betreft hier geen opgedrongen gevoel door oplegging van een verhaal. Hier ontbloot het schilderij zich langzaam aan de toeschouwer en weet een raakbare laag aan te boren.
Voor mij is van belang dat een kunstwerk, met zo helder en eenvoudig mogelijke middelen, mijn raakbare laag bereikt.
Go de Graaf (1945, Brakel), beeldend kunstenaar deed textiel en tekenen te Rotterdam (Windroos) en volgde een opleiding in het Grafisch Atelier Alkmaar. Vanaf 1972 is ze beroepsmatig werkzaam als beeldend kunstenaar. Haar werkt begint met textielapplicaties, figuratief. Na verloop van tijd wordt kleur en vorm belangrijker dan figuratie. Na 1983 krijgen de werken een constructieve inslag, de textielapplicaties maken definitief plaats voor schilderen en grafiek.
Vorige pagina Inhoudopgave Volgende pagina